Het maken van een boekverslag
​

Het boekverslag dat je gaat maken heeft een aantal verplichte opdrachten, maar er zijn ook een aantal opdrachten waaruit je zelf mag kiezen. De opdrachten die je zelf mag kiezen zijn de verwerkingsopdrachten en staan verderop uitgelegd.

 verplichte opdrachten

  • Algemene informatie
    - Titel
    - Schrijver
    - Uitgever (plaats en het jaar van de uitgave)
    - Genre (wat voor een soort boek is het: een Sciences Fiction, detective, roman)

  • Titelbeschrijving
    Wat is het verband tussen de titel en het boek. Met andere woorden, waarom heeft de schrijven voor deze titel gekozen?

  • Gebeurtenissen
    Beschrijf in ongeveer 200 woorden waar het verhaal over gaat. Je maakt dus een samenvatting van het verhaal. Denk aan:
    - De inleiding, het begin van het verhaal.
    - De kern, het middenstuk van het verhaal.
    - Het slot, hoe loopt het af.  
    ​       
    Voor dit onderdeel mag je internet gebruiken, je moet alleen wel de stukjes tekst in eigen woorden herschrijven!

  • Personages
    - Wie is/zijn de hoofdpersoon/hoofdpersonen uit het boek?
    - Vertel hier ook iets over. (man/vrouw, karakter, uiterlijk, leeftijd)

  • Tijd en ruimte
    - Wanneer speelt het verhaal zich af? Is dat in de middeleeuwen, in het heden, toekomst of 100 jaar geleden. Geef ook aan waaraan je dat kunt merken.
    - Waar speelt het verhaal zich af? Is dat op een school, op het strand, in een stad? Geef ook hierbij aan waaraan je dat kunt merken.

  • Hoe is het boek geschreven
    - Vond je het verhaal makkelijk of moeilijk te lezen? Geef ook een toelichting
    - Staan er ook stukken in die je liever zou overslaan? Geef hiervan een voorbeeld. Ook als er geen stukken overgeslagen mogen worden. Waarom dan niet?

  • Mening
    Het meest belangrijke van het boekverslag is jouw eigen mening. Als je een boek hebt gelezen, dan heb je daar een mening over. Je vindt het boek bijvoorbeeld leuk, spannend, saai of misschien wel aangrijpend. De mening die jij dus over een boek hebt, is dus jouw mening en dus altijd goed.

    Maar let op! Je moet ook kunnen aangeven waarom jij een bepaalde mening hebt over een boek. Deze mening moet je dus ook kunnen beargumenteren. Dit kun je doen door voorbeelden uit het boek te gebruiken.

Verwerkingsopdrachten
 

​Je moet hier 2 opdrachten uitkiezen en deze toevoegen aan je boekverslag. Je boekverslag bestaat dus uit een algemeen gedeelte over het boek en 2 verwerkingsopdrachten.
 
Er zitten eenvoudige opdrachten (*) en lastige opdrachten (**) tussen. Je moet zowel een eenvoudige als een lastige opdracht kiezen. Twee eenvoudige of twee lastige opdrachten kiezen kan dus niet.


  1. Stel 5 tot 10 vragen aan een hoofdpersoon uit het boek. De vragen moeten betrekking hebben op gebeurtenissen in het boek. De vragen moeten open vragen zijn. Vragen waar je geen ja of nee op kunt antwoorden. Geef vervolgens de antwoorden.
 
  1. Achterop de kaft van een boek staat vaak een tekst; de flaptekst. De flaptekst geeft in het kort weer waar het boek over gaat of laat je een (spannend) stukje uit het boek lezen. Schrijf zelf een flaptekst die op de achterkant van jouw boek zou kunnen staan

*
  1. Op de voorkant van het boek staat vaak een foto/ tekening. Dit is gedaan om lezers te lokken op het boek te gaan lezen. De voorkant van het boek heeft ook altijd wat te maken met het verhaal. Bedenk nu zelf een voorkant die past bij jouw boek. Het moet wel bij je boek passen en er aantrekkelijk uitzien.

*
  1. Zoek 10 verschillende foto’s/ plaatjes op, waarvan jij vindt dat ze bij het boek passen. Per foto/ plaatje beschrijf je in 10 regels waarom jij vindt dat die bij het boek past.

**
  1. Eén van de personen uit je verhaal houdt een dagboek bij. Je mag zelf kiezen of dat de hoofdpersoon is of een van de andere personen uit het boek. Leef je in die persoon in en schrijf een stuk uit zijn of haar dagboek. (minimaal 1 A4)

**
  1. Kies een gedicht of songtekst die goed aansluit bij de gebeurtenissen en bij de gevoelens van de hoofdpersoon in het verhaal. Kopieer de tekst (of schrijf over) en schrijf er een tekst bij waarin je uitgebreid uitlegt waarom je voor dit gedicht of deze songtekst gekozen hebt.

**
  1. Zoek informatie op over de auteur van het boek op internet. Maak hiervan een kort verslag waarin je de informatie verwerkt. Hierbij kun je denken aan: het leven van de auteur, een aantal boeken die hij/zij geschreven heeft enz. (minimaal 1 A4)


**
  1. Zoek 2 verschillende recensies over het boek. Geef van beide recensies aan wat de recensent van het boek vond. Geef ook aan welke argumenten de recensent gebruikt voor zijn mening. Geef vervolgens ook aan of jij het met zijn mening eens bent en ook waarom.