Het maken van een filmverslag
 
Het filmverslag dat je gaat maken heeft een aantal verplichte opdrachten, maar er zijn ook een aantal opdrachten waaruit je zelf mag kiezen. De opdrachten die je zelf mag kiezen zijn de verwerkingsopdrachten en staan verderop uitgelegd. Uiteraard bevat een filmverslag een titelpagina (voorkant) en een inhoudsopgave.

TIP: Print de checklist voor het maken van het filmverslag dat je ook in het menu onder filmverslag klas 4 vindt.
Als je deze checklist stap voor stap afwerkt dan weet je zeker dat je alle onderdelen in je verslag hebt zitten en dat je niets vergeten bent!

De verplichte opdrachten zijn:

  • Algemene informatie
    - Titel
    - Regisseur
    - Jaar van verschijnen
    - Genre (wat voor een soort film is het: een Sciences Fiction, detective, roman)

  • Titelbeschrijving
    Wat is het verband tussen de titel en het film. Met andere woorden, waarom heeft de regisseur voor deze titel gekozen?

  • Gebeurtenissen
    Beschrijf in ongeveer 200 woorden waar de film over gaat. Je maakt dus een samenvatting van de film. Denk aan:
    - De inleiding, het begin van de film.
    - De kern, het middenstuk van de film.
    - Het slot, hoe loopt het af.         
    Voor dit onderdeel mag je internet gebruiken, je moet alleen wel de stukjes tekst in eigen woorden herschrijven!

  • Personages
    - Wie is/zijn de hoofdpersoon/hoofdpersonen uit de film?
    - Vertel hier ook iets over. (man/vrouw, karakter, uiterlijk, leeftijd)

  • Tijd en ruimte
    - Wanneer speelt de film zich af? Is dat in de middeleeuwen, in het heden, toekomst of 100 jaar geleden. Geef ook aan waaraan je dat kunt merken.
    - Waar speelt de film zich af? Is dat op een school, op het strand, in een stad? Geef ook hierbij aan waaraan je dat kunt merken.

  • Hoe is de film geschreven
    - Vond je de film makkelijk of moeilijk te begrijpen? Geef ook een toelichting
    - Staan er ook stukken in die je liever zou overslaan? Geef hiervan een voorbeeld. Ook als er geen stukken overgeslagen mogen worden. Waarom dan niet?    ​
  • Mening
    Het meest belangrijke van het filmverslag is jouw eigen mening. Als je een film hebt gezien, dan heb je daar een mening over. Je vindt de film bijvoorbeeld leuk, spannend, saai of misschien wel aangrijpend. De mening die jij dus over een film hebt, is dus jouw mening en dus altijd goed.
    Maar let op! Je moet ook kunnen aangeven waarom jij een bepaalde mening hebt over de film. Deze mening moet je dus ook kunnen beargumenteren. Dit kun je doen door voorbeelden uit de film te gebruiken. Beschrijf dit in minimaal 10 zinnen.


​Verwerkingsopdrachten
 
Hieronder staan de verwerkingsopdrachten 
Je moet hier 2 opdrachten uit kiezen en deze toevoegen aan je filmverslag. Je filmverslag bestaat dus uit een algemeen gedeelte over de film en 2 verwerkingsopdrachten.
 
Er zitten eenvoudige opdrachten (*) en lastige opdrachten (**) tussen. Je moet zowel een eenvoudige en lastige opdracht kiezen. Twee eenvoudige of twee lastige opdrachten kiezen kan dus niet.
 
*

  1. Stel 5 tot 10 vragen aan een hoofdpersoon uit de film. De vragen moeten betrekking hebben op gebeurtenissen in de film. De vragen moeten open vragen zijn. Vragen waar je geen ja of nee op kunt antwoorden. Geef vervolgens de antwoorden.

 
*

  1. Achterop de kaft van een film staat vaak een tekst; de flaptekst. De flaptekst geeft in het kort weer waar de film over gaat of laat je een (spannend) stukje uit de film lezen. Schrijf zelf een flaptekst die op de achterkant van jouw film zou kunnen staan.

*

  1. Op de voorkant van de film staat vaak een foto/ tekening. Dit is gedaan om kijkers te lokken op de film te gaan kijken. De voorkant van de film heeft ook altijd wat te maken met het verhaal. Bedenk nu zelf een voorkant die past bij jouw film. Het moet wel bij je film passen en er aantrekkelijk uitzien.

*

  1. Zoek 10 verschillende foto’s/ plaatjes op, waarvan jij vindt dat ze bij de film passen. Per foto/ plaatje beschrijf je in 10 regels waarom jij vindt dat die bij de film past.

**

  1. Eén van de personen uit je verhaal houdt een dagboek bij. Je mag zelf kiezen of dat de hoofdpersoon is of een van de andere personen uit het film. Leef je in die persoon in en schrijf een stuk uit zijn of haar dagboek. (minimaal 1 A4)

**

  1. Kies een gedicht of songtekst die goed aansluit bij de gebeurtenissen en bij de gevoelens van de hoofdpersoon in het verhaal. Kopieer de tekst (of schrijf over) en schrijf er een tekst bij waarin je uitgebreid uitlegt (minimaal 15 regels) waarom je voor dit gedicht of deze songtekst gekozen hebt. Je mag niet kiezen voor een lied dat al in de film zit.

 
 
**

  1. Zoek informatie op over de regisseur van de film op internet. Maak hiervan een kort verslag waarin je de informatie verwerkt. Hierbij kun je denken aan: het leven van de regisseur, een aantal films die hij/zij geregisseerd heeft enz. (minimaal 1 A4)




**

  1. Zoek 2 verschillende recensies over de film. Geef van beide recensies aan wat de recensent van het film vond. Geef ook aan welke argumenten de recensent gebruikt voor zijn mening. Geef vervolgens ook aan of jij het met zijn mening eens bent en ook waarom. Doe dit bij beide recensies in minimaal 10 regels.

 
HEEL VEEL SUCCES!!!!!!!